Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
Schizofrenie is vrij zeldzaam bij kinderen vóór de adolescentie. Het begint meestal vanaf halverwege de adolescentie tot halverwege de 30, meestal halverwege de 20. (Zie ook Schizofrenie bij volwassenen.) Schizofrenie ontstaat waarschijnlijk door chemische afwijkingen in de hersenen en problemen tijdens de ontwikkeling van de hersenen tijdens de zwangerschap en vroege kinderjaren. Artsen weten niet precies wat deze afwijkingen veroorzaakt. Deskundigen zijn het er echter wel over eens dat mensen de neiging kunnen erven om schizofrenie te ontwikkelen en dat het niet veroorzaakt wordt door slecht ouderschap of moeilijkheden tijdens de kindertijd. Recent onderzoek wijst ook uit dat er een verhoogd risico is op het ontwikkelen van bepaalde psychotische stoornissen (namelijk bipolaire stoornis en schizofrenie) bij jonge adolescenten die cannabisproducten gebruiken. Dit verhoogde risico wordt niet verklaard door genetische factoren. Er bestaat bezorgdheid dat de recente legalisering van marihuana adolescenten (en hun ouders) een vals gevoel van veiligheid kan geven over het gebruik van deze drug. Symptomen
Bij kinderen beginnen de symptomen waarschijnlijk geleidelijker en worden ze ernstiger dan bij adolescenten of volwassenen. Ook het denken is eerder aangetast. Adolescenten kunnen zich terugtrekken, ongewone emoties krijgen en/of hallucinaties, wanen en paranoia hebben. Diagnose
Er is geen specifieke diagnostische test voor schizofrenie. Artsen baseren de diagnose op een grondige evaluatie van de symptomen in de loop van de tijd. Artsen doen ook testen om te controleren op andere aandoeningen die soortgelijke symptomen kunnen veroorzaken. Zulke aandoeningen zijn onder andere herseninfecties, verwondingen, tumoren, auto-immuunziekten en het gebruik van bepaalde medicijnen (zoals corticosteroïden en veel illegale drugs). Behandeling
Schizofrenie kan niet worden genezen, hoewel hallucinaties en wanen onder controle kunnen worden gehouden met antipsychotische medicijnen, zoals haloperidol, olanzapine, quetiapine en risperidon. Kinderen zijn bijzonder gevoelig voor de bijwerkingen van antipsychotica. Bijwerkingen kunnen zijn: trillen, vertraagde bewegingen, bewegingsstoornissen en het metabool syndroom (waaronder obesitas, diabetes type 2 en abnormale vetniveaus in het bloed). Sociale vaardigheidstraining, beroepsrevalidatie en psychologische en educatieve ondersteuning voor het kind en counseling voor gezinsleden zijn essentieel om iedereen te helpen om te gaan met de stoornis en de gevolgen ervan. Artsen verwijzen kinderen bijna altijd door naar psychiaters die gespecialiseerd zijn in de behandeling van kinderen. Het kan nodig zijn om kinderen in het ziekenhuis op te nemen als de symptomen verergeren, zodat de dosering van de medicatie kan worden aangepast en de kinderen veilig kunnen blijven.
Bronnen:
|