Nonsuïcidale zelfverwonding bij kinderen en adolescenten meer kinderen  
  Zelfbeschadiging

 Meer: Geestelijke gezondheidsproblemen bij kinderen en adolescenten:
  Overzicht van psychische stoornissen bij kinderen en adolescenten    Overzicht van angststoornissen bij kinderen en adolescenten    Acute en posttraumatische stressstoornissen bij kinderen en adolescenten    Separatieangststoornis    Agorafobie bij kinderen en adolescenten    Bipolaire stoornis bij kinderen en adolescenten    Depressie en stemmingsstoornis bij kinderen en adolescenten    Gedragsstoornis    Gegeneraliseerde angststoornis bij kinderen    Nonsuïcidale zelfverwonding bij kinderen en adolescenten    Obsessief-compulsieve stoornis (OCD) en aanverwante stoornissen bij kinderen en adolescenten    Oppositioneel opstandige gedragsstoornis    Paniekstoornis bij kinderen en adolescenten    Schizofrenie bij kinderen en adolescenten    Sociale angststoornis bij kinderen en adolescenten    Somatische Symptomen en Aanverwante Stoornissen bij Kinderen    Suïcidaal gedrag bij kinderen en adolescenten 

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Let op:  in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.

Wat is het?
Nonsuïcidale zelfverwonding verwijst naar opzettelijke zelfverwonding die niet de dood tot doel heeft. Voorbeelden zijn oppervlakkig krabben, snijden of verbranden van de huid (met sigaretten of een krultang), maar ook steken, slaan en herhaaldelijk over de huid wrijven met een gum.

(Zie ook Suïcidaal gedrag bij kinderen en adolescenten).

Jongeren met stoornissen in middelengebruik verwonden zichzelf vaker.

In sommige gemeenschappen wordt zelfverwonding plotseling een rage op een middelbare school en doen veel jongeren het. In zulke gevallen stopt zelfverwonding geleidelijk na verloop van tijd.

Zelfverwonding suggereert dat een adolescent in grote nood verkeert. Bij veel adolescenten wijst zelfverwonding er echter niet op dat zelfmoord een risico is. In plaats daarvan kan het een zelfbestraffende actie zijn waarvan ze vinden dat ze die verdienen. Zelfverwonding kan ook gebruikt worden om de aandacht van ouders en/of belangrijke anderen te krijgen, woede te uiten of om zich te identificeren met een groep leeftijdsgenoten. Bij andere adolescenten (met ernstigere psychische stoornissen en minder sociale steun) is het risico op zelfdoding groter.

Andere factoren die het risico op zelfdoding kunnen verhogen zijn de volgende:

  • zichzelf vaak verwonden
  • meerdere methoden gebruiken om zichzelf iets aan te doen
  • zich minder sociaal verbonden voelen met andere mensen, vooral hun ouders
  • het gevoel hebben dat het leven weinig of geen betekenis heeft
  • vaak geestelijke gezondheidszorg zoeken
  • zelfmoordgedachten hebben

Alle adolescenten die zichzelf opzettelijk verwonden, moeten worden geëvalueerd door een professional in de geestelijke gezondheidszorg die ervaring heeft met psychische problemen bij adolescenten. De arts probeert vast te stellen of zelfmoord een risico is en de onderliggende stress te identificeren die tot zelfverwonding heeft geleid. Artsen proberen vast te stellen of de adolescent problemen heeft met een laag gevoel van eigenwaarde of een aantal andere geestelijke gezondheidsproblemen, zoals angststoornissen, stemmingsstoornissen, eetpatronen, middelengebruik of trauma.

De behandeling bestaat meestal uit individuele therapie (en soms groepstherapie). Therapie richt zich op het leren van adolescenten hoe ze zich meer bewust kunnen zijn van hun emoties, hoe ze negatieve emoties kunnen accepteren als onderdeel van het leven, hoe ze adequatere manieren kunnen ontwikkelen om te reageren op stress en hoe ze weerstand kunnen bieden aan drang tot zelfdestructief gedrag.


Bronnen:


  Einde van de pagina