Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
(Zie ook Suïcidaal gedrag bij kinderen en adolescenten). Jongeren met stoornissen in middelengebruik verwonden zichzelf vaker. In sommige gemeenschappen wordt zelfverwonding plotseling een rage op een middelbare school en doen veel jongeren het. In zulke gevallen stopt zelfverwonding geleidelijk na verloop van tijd. Zelfverwonding suggereert dat een adolescent in grote nood verkeert. Bij veel adolescenten wijst zelfverwonding er echter niet op dat zelfmoord een risico is. In plaats daarvan kan het een zelfbestraffende actie zijn waarvan ze vinden dat ze die verdienen. Zelfverwonding kan ook gebruikt worden om de aandacht van ouders en/of belangrijke anderen te krijgen, woede te uiten of om zich te identificeren met een groep leeftijdsgenoten. Bij andere adolescenten (met ernstigere psychische stoornissen en minder sociale steun) is het risico op zelfdoding groter. Andere factoren die het risico op zelfdoding kunnen verhogen zijn de volgende:
Alle adolescenten die zichzelf opzettelijk verwonden, moeten worden geëvalueerd door een professional in de geestelijke gezondheidszorg die ervaring heeft met psychische problemen bij adolescenten. De arts probeert vast te stellen of zelfmoord een risico is en de onderliggende stress te identificeren die tot zelfverwonding heeft geleid. Artsen proberen vast te stellen of de adolescent problemen heeft met een laag gevoel van eigenwaarde of een aantal andere geestelijke gezondheidsproblemen, zoals angststoornissen, stemmingsstoornissen, eetpatronen, middelengebruik of trauma. De behandeling bestaat meestal uit individuele therapie (en soms groepstherapie). Therapie richt zich op het leren van adolescenten hoe ze zich meer bewust kunnen zijn van hun emoties, hoe ze negatieve emoties kunnen accepteren als onderdeel van het leven, hoe ze adequatere manieren kunnen ontwikkelen om te reageren op stress en hoe ze weerstand kunnen bieden aan drang tot zelfdestructief gedrag. Bronnen:
|