Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
Geboorteafwijkingen, ook wel aangeboren afwijkingen genoemd, zijn lichamelijke afwijkingen die optreden voordat een baby wordt geboren. “Congenitaal betekent ”aanwezig bij de geboorte". (Zie ook Inleiding tot geboorteafwijkingen van botten, gewrichten en spieren.) Arthrogryposis is een aandoening waarbij gewrichten permanent vastzitten of "bevriezen". Bevroren gewrichten zijn niet één specifieke ziekte, maar een afwijking die bij meer dan 300 verschillende aandoeningen kan voorkomen. Ondanks de mogelijkheid om bij veel aandoeningen voor te komen, is artrogryposis multiplex congenita zeldzaam. Het risico op foetale of kindersterfte is echter hoog, dus een tijdige diagnose is belangrijk. Oorzaak
Symptomen Fysieke handicaps kunnen ernstig zijn. Sommige kinderen kunnen een verstandelijke beperking hebben. Diagnose
Voor de geboorte kunnen abnormale ledematen worden gezien tijdens een routinematige prenatale echografie. Als er afwijkende ledematen worden gezien, controleren artsen of er andere afwijkingen zijn op de echo en kunnen ze genetisch onderzoek op de foetus uitvoeren, zoals een vruchtwaterpunctie. Artsen proberen een specifieke diagnose te stellen voor wat de artrogryposis heeft veroorzaakt, zodat ouders weten wat de prognose is en genetisch advies kunnen krijgen. Na de geboorte doen artsen een lichamelijk onderzoek en noteren ze de bevroren gewrichten en ledematen van de baby. Een baby met deze aangeboren afwijkingen kan worden geëvalueerd door een geneticus. Een geneticus is een arts die gespecialiseerd is in genetica (de wetenschap van genen en hoe bepaalde kwaliteiten of eigenschappen worden doorgegeven van ouders op nakomelingen). Genetische tests van een monster van het bloed van de baby kan worden gedaan om te zoeken naar chromosoom en gen afwijkingen. Dit onderzoek kan artsen helpen om te bepalen of een specifieke genetische aandoening de oorzaak is en om andere oorzaken uit te sluiten. Testen van de spieren, zoals een spierbiopsie (het verwijderen van een spiermonster voor onderzoek) en elektromyografie (EMG), kunnen worden gedaan om artsen te helpen onderscheid te maken tussen verschillende soorten artrogryposis. Behandeling
Door de ledematen van de baby in het gips te zetten en fysiotherapie te volgen om de stijve gewrichten voorzichtig te bewegen en te manipuleren, kunnen de gewrichtsbewegingen verbeteren. Een operatie kan nodig zijn om de botten vrij te maken van het weefsel dat eraan vastzit, zodat de gewrichten normaler kunnen bewegen. Het operatief verplaatsen van een spier (bijvoorbeeld het verplaatsen van de tricepsspier zodat deze de elleboog kan buigen in plaats van strekken) kan de functie verbeteren. Prognose Veel kinderen doen het opmerkelijk goed. Ongeveer tweederde van de aangedane kinderen kan na behandeling lopen. Bronnen:
|