Bemonstering van weefsels en cellen bij onderzoek van de urinewegen meer diagnostische procedures

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Wat is het?
Locatiespecifieke biopten en celmonsters worden ook gebruikt bij de evaluatie van mensen met verdenking op nier- en urinewegaandoeningen.

Nierbiopsie
Een nierbiopsie (waarbij een monster van het nierweefsel wordt verwijderd en onder een microscoop wordt onderzocht) wordt voornamelijk gebruikt om de arts te helpen bij het diagnosticeren van aandoeningen die de gespecialiseerde bloedvaten van de nier (glomeruli) en tubuli aantasten en ongebruikelijke oorzaken van acuut nierschade. Een biopsie wordt vaak gedaan op een getransplanteerde nier om tekenen van afstoting op te sporen.

Bij een nierbiopsie gaat de persoon met het gezicht naar beneden liggen en wordt er een plaatselijke verdoving in de huid en spieren van de rug boven de nier geïnjecteerd. Er wordt echografie of computertomografie (CT) gebruikt om het deel van de nier te lokaliseren waar de glomeruli zich bevinden en om grote bloedvaten te vermijden. De biopsienaald wordt door de huid in de nier gestoken.

Deze procedure wordt meestal niet uitgevoerd bij mensen met een ongecontroleerde hoge bloeddruk, bloedingsstoornissen, actieve urineweginfecties of slechts één nier (behalve bij een getransplanteerde nier). Complicaties zijn onder andere bloedingen in de urine rond de nier en de vorming van kleine arterioveneuze fistels (abnormale verbindingen tussen zeer kleine slagaders en aders) in de nier.

Blaasbiopsie
Blaasbiopsie wordt meestal gedaan om blaaskanker vast te stellen. Blaasbiopsie wordt soms ook gedaan om andere aandoeningen te diagnosticeren, waaronder interstitiële cystitis en, zelden, om infecties zoals schistosomiasis te diagnosticeren die zeldzaam zijn in de ontwikkelde wereld. Soms gebruiken artsen blaasbiopsieën om de reactie van een persoon op een behandeling te beoordelen (surveillance genoemd). Een blaasbiopsie wordt meestal niet of alleen met speciale voorzorgsmaatregelen gedaan bij mensen met bloedingsstoornissen (zoals hemofilie). Als iemand een urineweginfectie heeft, wordt meestal pas een blaasbiopsie gedaan nadat de infectie is behandeld.

Biopsies kunnen worden uitgevoerd in een dokterspraktijk onder plaatselijke verdoving of in een operatiekamer onder algehele narcose. Als er een grote hoeveelheid weefsel wordt verwijderd of als er na de procedure een risico op bloedingen bestaat, kan er een drainageslang (katheter) in de blaas worden achtergelaten om bloed en stolsels af te voeren en te voorkomen dat ze de plasbuis blokkeren.

Prostaatbiopsie
Een prostaatbiopsie is de enige definitieve manier om prostaatkanker vast te stellen (bijvoorbeeld als een man een hoog gehalte prostaat-specifiek antigeen heeft gemeten of als een arts een knobbeltje voelt bij rectaal onderzoek). Ernstige complicaties van een prostaatbiopsie zijn zeldzaam. Ze omvatten overmatig bloeden uit het rectum en lichaamsbrede infectie. Daarom wordt een prostaatbiopsie meestal niet gedaan als de man een bloedingsstoornis of urineweginfectie heeft. Voor de procedure moeten mannen stoppen met het nemen van medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden (waaronder aspirine).

Sommige artsen schrijven orale of geïnjecteerde antibiotica voor rond de tijd van de biopsie en sommige artsen raden een klysma aan vóór de biopsie. Artsen brengen een ultrasone sonde in het rectum om beelden van de prostaat te maken die helpen bij het plaatsen van de biopsienaald. Artsen geven de man meestal een plaatselijke verdoving of sedatie, waarna ze een naald door de ultrasone sonde of door het perineum in de prostaat steken en veel weefselmonsters verwijderen. Het weefsel wordt vervolgens in het laboratorium onderzocht op tekenen van kanker.

Een aanpassing van de prostaatbiopsie is een MRI-fusiebiopsie. Een man krijgt een MRI-scan van de prostaat en 1 tot 2 weken later een echogeleide prostaatbiopsie. Tijdens het biopsieonderzoek worden de beelden van de MRI en de echografie digitaal gecombineerd (gefuseerd) om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de abnormale gebieden voor de biopsie.

Urinecytologie
Urinecytologie (microscopisch onderzoek van de urine om te zoeken naar kankercellen) is soms nuttig bij het diagnosticeren van kanker van de nieren en urinewegen. Bij mensen met een hoog risico, zoals rokers, werknemers in de petrochemische industrie en mensen met pijnloze bloedingen, kan urinecytologie worden gebruikt om kanker op te sporen. Bij mensen bij wie een blaas- of niertumor is verwijderd, kan de techniek worden gebruikt voor vervolgonderzoek. De resultaten kunnen echter soms op kanker wijzen als er geen kanker aanwezig is, of ze kunnen kanker niet aangeven als deze wel aanwezig is, vooral als de kanker heel nieuw is of langzaam groeit.


Bronnen:

Laatste wijziging: 23 oktober 2023 Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek

  Einde van de pagina