Medicijnen om afwijkende hartritmes te behandelen meer hart en bloedvaten  

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Er zijn veel oorzaken voor abnormale hartritmes (ritmestoornissen). Sommige ritmestoornissen zijn onschuldig en hoeven niet behandeld te worden. Soms stoppen ritmestoornissen vanzelf of door veranderingen in de levensstijl, zoals het vermijden van alcohol, cafeïne (in dranken en voedingsmiddelen) en roken. Andere ritmestoornissen zijn gevaarlijk of hinderlijk genoeg om behandeld te moeten worden. Antiaritmica zijn één type behandeling. Andere behandelingen voor ritmestoornissen zijn het inbrengen van een pacemaker of een implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD), cardioversie-defibrillatie of het vernietigen van een klein stukje hartweefsel dat verantwoordelijk is voor de ritmestoornis (ablatie).

Antiaritmica zijn nuttig voor het onderdrukken van snelle ritmestoornissen die ondraaglijke symptomen veroorzaken of een risico vormen. Geen enkel geneesmiddel onderdrukt alle ritmestoornissen bij alle mensen. Soms moeten meerdere geneesmiddelen worden geprobeerd totdat de respons bevredigend is. Soms kunnen antiaritmica ritmestoornissen verergeren of zelfs veroorzaken. Dit effect wordt proaritmie genoemd. Antiaritmica kunnen ook andere bijwerkingen veroorzaken.

Er zijn veel verschillende antiaritmica, die op basis van hun werking in groepen worden ingedeeld. De belangrijkste groepen zijn bètablokkers, calciumkanaalblokkers, kaliumkanaalblokkers en natriumkanaalblokkers.

Bètablokkers blokkeren de werking van het hormoon epinefrine (adrenaline). In het hart vertraagt deze blokkade de natuurlijke pacemakeractiviteit van hartcellen en vertraagt het de geleiding van impulsen door de normale elektrische paden van het hart.

Calcium, kalium en natrium zijn elektrolyten die in en uit de hartcellen stromen en verantwoordelijk zijn voor de normale elektrische activiteit van het hart. Deze elektrolyten stromen door de wanden van hartcellen door microscopische poriën die kanalen worden genoemd. Er zijn aparte kanalen voor elke elektrolyt. Het blokkeren van een van deze kanalen kan de geleiding door het elektrische systeem van het hart vertragen en/of de natuurlijke pacemakeractiviteit van hartcellen verminderen.

Belangrijke antiaritmica die niet tot deze klassen behoren, zijn onder andere adenosine en digoxine. Deze medicijnen werken op verschillende manieren om de geleiding van impulsen door de atrioventriculaire knoop (AV-knoop) te vertragen. Bij normale mensen is de AV-knoop de enige elektrische verbinding tussen de boezems en de kamers.

Let op:  Bètablokkers vormen een groep van geneesmiddelen in de hematologie en cardiologie. Ze hebben een gunstig effect hebben op de doorbloeding, respectievelijk hartritmestoornissen en hoge bloeddruk.
N.B.: de behandeling van hoge bloeddruk met alleen een bètablokker is achterhaald.

Enkele medicijnen die gebruikt worden om aritmie te behandelen
Voorbeelden Sommige bijwerkingen Opmerkingen

Bèta-blockers
  • Acebutolol
  • Atenolol
  • Betaxolol
  • Bisoprolol
  • Carvedilol
  • Esmolol
  • Metoprolol
  • Nadolol
  • Propranolol
  • Timolol
  • Een abnormaal trage hartslag (bradycardie)
  • Vermoeidheid
  • Depressie
  • Mogelijke maskering van lage bloedsuikerspiegel
  • Verminderde circulatie in de romp, armen en benen
  • Slapeloosheid
  • Raynaud syndroom
  • Seksuele disfunctie
  • Kortademigheid
  • Spasme van de luchtwegen (bronchospasme)
  • Bij sommige bètablokkers een verhoging van het triglyceridengehalte (een vetstof)
  • Bij mensen met glaucoom, verhoogde druk in het oog
    • Deze medicijnen worden gebruikt om ventriculaire premature slagen, ventriculaire tachycardie, ventrikelfibrilleren en paroxismale supraventriculaire tachycardie te behandelen. Ze worden ook gebruikt om de ventriculaire snelheid (hoe snel de onderste kamers van het hart, de hartkamers, kloppen) te vertragen bij mensen met boezemfibrilleren of boezemfladderen
    • Mensen met astma moeten hun arts raadplegen voordat ze deze medicijnen gebruiken

Calcium channel blockers
  • Diltiazem
  • Verapamil
  • Constipatiie
  • Diarree
  • Lage bloeddruk
  • Gezwollen voeten
  • Alleen bepaalde calciumkanaalblokkers, zoals diltiazem en verapamil, zijn nuttig bij hartritmestoornissen. Ze worden gebruikt om de ventriculaire snelheid te vertragen bij mensen met boezemfibrilleren of boezemfladderen en om paroxismale supraventriculaire tachycardie te behandelen
  • Diltiazem en verapamil vertragen de geleiding van elektrische impulsen door de atrioventriculaire knoop
  • Bepaalde mensen met het Wolff-Parkinson-White syndroom mogen geen verapamil of diltiazem innemen

Digoxin
  • Digoxin
  • Misselijkheid
  • Overgeven
  • Ernstige hartritmestoornissen
  • Als de dosis te hoog is: verstoren van kleuren zien, objecten zien er groenachtig en geelachtig uit
  • Digoxine vertraagt de geleiding van elektrische impulsen door de atrioventriculaire knoop. Digoxine wordt gebruikt om de ventriculaire snelheid te verlagen bij mensen met boezemfibrilleren of boezemfladderen en om paroxismale supraventriculaire tachycardie te behandelen

Potassium channel blockers
  • Amiodarone
  • Azimilide
  • Bretylium
  • Dofetilide
  • Dronedarone
  • Ibutilide
  • Sotalol
  • Vernakalant
  • Voor alle kaliumkanaalblokkers: Hartritmestoornissen en lage bloeddruk
  • Voor amiodaron: littekenvorming in de longen (longfibrose) en schildklier-, lever- en oogafwijkingen
  • Voor sotalol (ook een bètablokker): dezelfde bijwerkingen als bètablokkers
  • Deze geneesmiddelen worden gebruikt om ventriculaire premature slagen, ventriculaire tachycardie, ventrikelfibrilleren, atriumfibrilleren en atriumflutter te behandelen
  • Omdat amiodaron toxisch kan zijn, wordt het alleen gebruikt voor langdurige behandeling bij sommige mensen met ernstige of zeer hinderlijke hartritmestoornissen
  • Bretylium wordt alleen gebruikt voor kortdurende behandeling van levensbedreigende ventriculaire tachycardieën
  • Azimilide en vernakalant zijn niet verkrijgbaar in de Verenigde Staten

Purine nucleoside
  • Adenosine
  • Spasme van de luchtwegen
  • Blozen (gedurende korte tijd)
  • Adenosine vertraagt de geleiding van elektrische impulsen door de atrioventriculaire knoop
  • Adenosine wordt gebruikt om episodes van paroxismale supraventriculaire tachycardie te beëindigen
  • Mensen met astma krijgen dit middel niet

Sodium channel blockers
  • Disopyramide
  • Flecainide
  • Lidocaine
  • Mexiletine
  • Procainamide
  • Propafenone
  • Quinidine
  • Aritmie (die fataal kan zijn, zeker bij mensen die een hartafwijking hebben)
  • Voor sommige medicijnen geldt:
  • Verstoorde spijsvertering
  • Duizelig
  • Droge mond
  • Lichte hoofdpijn
  • Retentie van urine
  • Beven
  • Bij mensen met glaucoom: verhoogde oogdruk
  • Deze medicijnen vertragen de geleiding van elektrische impulsen door het hart
  • Deze medicijnen worden gebruikt om ventriculaire premature slagen, ventriculaire tachycardie en ventriculair fibrilleren te behandelen en om boezemfibrilleren of boezemfladderen om te zetten in een normaal ritme (cardioversie)
  • Met uitzondering van lidocaïne en mexiletine kunnen deze geneesmiddelen ook worden gebruikt om episodes van boezemfibrilleren of boezemfladderen en, minder vaak, paroxismale supraventriculaire tachycardie te voorkomen


Bronnen:

Laatste wijziging: 02 december 2023 Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek

  Einde van de pagina