Complex Regionaal Pijn Syndroom   CRPS meer hersenen, ruggenmerg en zenuwstelsel  

De ziekte heeft heel veel verschillende namen,in de literatuur zijn er zo’n 50 bekend. Vooral ook post-traumatische dystrofie wordt veel gebruikt, evenals Sudeck dystrofie (of Sudeck atrofie) en Sympathische reflex dystrofie. De laatste tijd komt de term CRPS type I (Complex Regionaal Pijnsyndroom) steeds meer in opgang. De gangbare Amerikaanse benaming is Reflex Sympathetic Dystrophy (RSD)

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Wat is het Complex Regionaal Pijn Syndroom
Complex regionaal pijnsyndroom is chronische neuropathische pijn die wordt gekenmerkt door aanhoudende brandende of pijnlijke pijn plus bepaalde afwijkingen die optreden in hetzelfde gebied als de pijn. Afwijkingen zijn onder andere meer of minder zweten, zwelling, veranderingen in huidskleur en/of temperatuur, beschadiging van de huid, haaruitval, gebarsten of verdikte nagels, spieratrofie (verkleinen, verschrompelen van organen) en -zwakte, en botverlies.

Complex regionaal pijnsyndroom veroorzaakt neuropathische pijn. Bij deze aandoening worden pijnsignalen abnormaal verwerkt door de hersenen en het ruggenmerg. Het treedt meestal op na een verwonding.

Er zijn twee typen complex regionaal pijnsyndroom:

  • Type 1, dat vroeger reflexsympathische dystrofie werd genoemd, ontstaat door letsel aan andere weefsels dan zenuwweefsel, zoals wanneer botten en zachte weefsels (zoals ligamenten en pezen) bij een ongeval worden verbrijzeld. Het kan ook ontstaan na amputatie, een hartaanval, beroerte of kanker (zoals long-, borst-, eierstok- of hersenkanker). Type 1 ontstaat meestal nadat een gewonde ledemaat is behandeld met gips of spalk om het te immobiliseren
  • Type 2, dat vroeger causalgie werd genoemd, is het gevolg van letsel aan zenuwen

Soms is er geen duidelijke oorzaak.

Beide typen komen het vaakst voor bij jongvolwassenen en komen 2 tot 3 keer vaker voor bij vrouwen.

Soms treedt het complexe regionale pijnsyndroom op wanneer het sympathische zenuwstelsel overactief wordt. Het sympathische zenuwstelsel bereidt het lichaam normaal voor op stressvolle of noodsituaties - vechten of vluchten.

Symptomen   
De symptomen van het complex regionaal pijnsyndroom variëren sterk en volgen geen patroon.

Pijn - brandend, tintelend of pijnlijk - komt vaak voor. De pijn treedt meestal op in het ledemaat (arm, been, hand of voet) dat gewond is geraakt. De pijn is vaak erger dan wat men van het letsel zou verwachten. Emotionele stress of veranderingen in de temperatuur kunnen de pijn verergeren. De huid in het getroffen gebied wordt vaak zeer gevoelig voor aanraking (allodynie genoemd). Als gevolg daarvan wordt normaal contact met de huid als zeer pijnlijk ervaren.

Het kan voorkomen dat mensen het aangedane ledemaat niet gebruiken vanwege de pijn. Het gevolg kan zijn dat mensen een gewricht niet meer normaal kunnen bewegen, binnen het normale bewegingsbereik. Spieren kunnen permanent verkort en stijf worden (contracturen genoemd), en er kan littekenweefsel ontstaan.

Het aangetaste lidmaat kan opzwellen. Het haar kan verloren gaan. De nagels kunnen barsten of dik worden. Botten kunnen minder dicht worden. Spieren kunnen verslappen en zwak worden.

Mensen kunnen meer of minder zweten dan normaal en het warmer of koeler hebben dan normaal. De huid in het getroffen gebied kan er rood, vlekkerig, bleek of glanzend uitzien.

De vingers kunnen buigen of de voet kan draaien in een abnormale positie en kan zo blijven (dystonie genoemd). Het aangedane ledemaat kan trillen of schokken.

Veel mensen met het complex regionaal pijnsyndroom worden depressief, angstig en/of boos, deels omdat de oorzaak slecht wordt begrepen, de effectiviteit van behandelingen beperkt is, en de uitkomst moeilijk te voorspellen is.

Symptomen kunnen verminderen of jarenlang hetzelfde blijven. Bij een enkeling gaat de aandoening over naar andere delen van het lichaam.

Diagnose   

  • evaluatie door een arts

Artsen stellen de diagnose complexe regionale pijnsyndroom op basis van specifieke symptomen in het aangedane lichaamsdeel. Deze symptomen zijn onder andere de volgende:

  • pijn die groter is dan verwacht voor het letsel
  • gevoeligheid bij aanraking
  • bepaalde veranderingen in het uiterlijk of de temperatuur van de huid
  • zwelling
  • toegenomen of afgenomen zweten
  • haaruitval en gebarsten of verdikte nagels
  • verminderde bewegingsvrijheid, spierzwakte en/of abnormale bewegingen (zoals trillen of schokken van het betreffende lidmaat)

Als de diagnose onduidelijk is, kunnen artsen röntgenfoto's nemen of een botscan maken om te kijken of er botverlies of ontsteking is.

Er kan zenuwgeleidingsonderzoek en elektromyografie (EMG) worden gedaan. Deze tests helpen artsen te bepalen of de pijn het gevolg is van een probleem met de spieren of de zenuwen.

Behandeling   

  • lichamelijke en/of bezigheidstherapie
  • een zenuwblokkade
  • stimulatie van zenuwen of het ruggenmerg
  • pijnstillers (analgetica en adjuvante analgetica)
  • psychologische therapie
  • spiegeltherapie

Meestal wordt een combinatie van behandelingen gebruikt om het complexe regionale pijnsyndroom te behandelen. De behandeling is erop gericht mensen in staat te stellen het aangedane ledemaat te gebruiken en te bewegen.

Fysiotherapie, desensibilisatie van de pijnlijke ledemaat, en spiegeltherapie worden vaak gebruikt.

Fysiotherapie kan op de volgende manieren helpen:

  • ervoor zorgen dat mensen het pijnlijke deel bewegen om te voorkomen dat spieren wegkwijnen
  • het behouden en/of vergroten van het bewegingsbereik en helpen voorkomen dat er littekenweefsel ontstaat rond ongebruikte gewrichten
  • het getroffen gebied minder gevoelig maken voor de pijn (desensibilisatie)
  • mensen in staat stellen beter te functioneren

Desensibilisatie is ook nuttig. Deze procedure houdt in dat het pijnlijke deel wordt aangeraakt met iets dat de huid gewoonlijk niet irriteert (zoals zijde). Vervolgens gebruiken de artsen na verloop van tijd steeds irriterender materialen (zoals spijkerstof). Desensibilisatie kan ook inhouden dat het getroffen lidmaat in een bad met koel water wordt gelegd, en vervolgens in een bad met warm water.

Spiegeltherapie kan mensen met het complexe regionale pijnsyndroom helpen. Een gezondheidsdeskundige leert mensen hoe ze deze therapie moeten gebruiken. Mensen zitten met een grote spiegel naar hun niet-aangedane ledemaat gericht en verbergen hun aangedane ledemaat. De spiegel reflecteert het beeld van het niet-aangedane lidmaat, waardoor mensen de indruk krijgen dat ze twee normale ledematen hebben. Mensen krijgen dan de opdracht het niet aangedane lid te bewegen terwijl ze naar het gereflecteerde beeld kijken. Zo krijgen mensen het gevoel dat ze twee normale ledematen bewegen. Als mensen deze oefening gedurende 4 weken 30 minuten per dag doen, kan de pijn aanzienlijk worden verminderd. Deze therapie verandert de paden in de hersenen die pijnsignalen in het lichaam interpreteren.

Neuromodulatie houdt in dat zenuwen of het ruggenmerg elektrisch worden gestimuleerd om de intensiteit van de pijn te verminderen.

Bij sommige mensen kan een zenuwblokkade van de sympathicus de pijn verlichten als deze wordt veroorzaakt door een overactiviteit van het sympathische zenuwstelsel. In dergelijke gevallen kan het nodig zijn om fysiotherapie mogelijk te maken. Orale pijnstillers (analgetica), waaronder niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's), opioïden en verschillende bijkomende analgetica (zoals antiseizuurmiddelen en antidepressiva), kunnen de pijn ook voldoende verlichten om fysiotherapie mogelijk te maken.

Bij ruggenmergstimulatie wordt een ruggenmergstimulator (een apparaatje dat elektrische impulsen genereert) operatief onder de huid geplaatst, meestal in een bil of buik. Dunne draden (elektroden) van het apparaat worden in de ruimte rond het ruggenmerg (epidurale ruimte) geplaatst. Deze impulsen veranderen de manier waarop pijnsignalen naar de hersenen worden gezonden en veranderen zo de manier waarop onaangename symptomen worden waargenomen.

Transcutane elektrische zenuwstimulatie (TENS) kan ook worden gebruikt, maar er is veel minder bewijs voor de effectiviteit daarvan dan voor ruggenmergstimulatie. Bij TENS worden elektroden op de huid geplaatst in plaats van een apparaat onder de huid. De elektroden produceren een lage stroom die tintelingen veroorzaakt, maar geen spieren doet samentrekken.

Psychotherapie kan ook worden toegepast wanneer mensen met het complexe regionale pijnsyndroom ook depressie en angst hebben.

Acupunctuur kan helpen de pijn te verlichten.


Bronnen:

Laatste wijziging: 14 maart 2022 Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek

  Einde van de pagina