Huidpluk stoornis meer psychisch  
  Dermatillomanie

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Wat is het?
Bij een huidplukstoornis pulken mensen herhaaldelijk aan hun huid, waardoor deze beschadigd raakt.

  • mensen met een huidplukstoornis kunnen zich gespannen of angstig voelen vlak voordat ze het doen, en huidplukken kan dat gevoel verlichten
  • artsen stellen de stoornis vast als mensen genoeg aan hun huid pulken om deze te beschadigen, als ze proberen om het pulken aan hun huid te verminderen of te stoppen maar dit niet kunnen, en als ze aanzienlijk last hebben van hun gedrag of hierdoor minder goed functioneren
  • cognitieve gedragstherapie (habit reversal therapy) die zich specifiek richt op de huidplukstoornis en bepaalde antidepressiva of N-acetylcysteïne of memantine kunnen helpen om de symptomen te verminderen

Mensen met deze stoornis pulken of krabben herhaaldelijk aan hun huid. Ze doen dit niet om een plekje of puistje te verwijderen waarvan ze denken dat het onaantrekkelijk is (zoals mensen met body dysmorphic disorder doen) of ziek. Sommige mensen pulken aan een gezonde huid. Anderen plukken aan eelt, puistjes of korstjes.

Huidplukken begint vaak tijdens de adolescentie, hoewel het ook op andere leeftijden kan beginnen. Ongeveer 1 tot 2% van de mensen heeft de aandoening. Ongeveer 75% van hen is vrouw.

Symptomen   
De methoden en gebieden waar mensen aan pulken verschillen van persoon tot persoon. Sommige mensen hebben veel pijnlijke plekken of littekens. Andere mensen hebben maar een paar littekens of zweertjes. De plekken waar mensen aan pulken kunnen in de loop van de tijd veranderen.

Sommige mensen pulken een beetje automatisch aan hun huid, zonder erbij na te denken. Anderen zijn zich er meer bewust van.

Mensen pulken niet aan hun huid omdat ze zich zorgen maken over hun uiterlijk (wat een symptoom kan zijn van body dysmorphic disorder). Ze kunnen zich echter wel gespannen of angstig voelen vlak voordat ze het doen, en huidplukken kan dat gevoel verlichten. Na afloop voelen ze vaak een gevoel van voldoening.

Huidplukken kan gepaard gaan met veel activiteiten (rituelen). Mensen kunnen nauwgezet op zoek gaan naar een bepaald soort korst om aan te pulken. Ze kunnen de korst er op een bepaalde manier aftrekken, bijvoorbeeld met hun vingers of met een instrument zoals een pincet. Ze kunnen op de korst bijten of deze inslikken als deze er eenmaal af is.

Veel mensen met een huidplukstoornis trekken ook herhaaldelijk hun haar uit (haarpluk stoornis), bijten op hun nagels, kauwen op hun wang of doen andere repetitieve lichaamsgerichte activiteiten. Sommige mensen pulken aan de huid van anderen.

Mensen kunnen zich schamen voor hun uiterlijk of voor hun onvermogen om hun gedrag onder controle te houden. Daarom vermijden ze situaties waarin anderen de huidbeschadiging kunnen zien. Ze plukken meestal niet in het bijzijn van anderen, behalve familieleden. Veel mensen proberen de huidbeschadiging te camoufleren met kleding of make-up. Mensen kunnen ook van streek raken door hun verlies van controle en herhaaldelijk proberen het plukken aan hun huid te stoppen of te verminderen, maar dat lukt niet.

Als het overmatig gebeurt, kan huidpikken littekens, infecties, overmatig bloeden en zelfs een ernstige infectie van de bloedsomloop (septikemie) veroorzaken.

Veel mensen met een huidplukstoornis hebben ook andere psychische aandoeningen, zoals obsessieve compulsieve stoornis, haarpluk stoornis en depressie.

De symptomen variëren meestal in intensiteit, maar kunnen hun hele leven aanhouden.

Diagnose   

  • evaluatie door een arts op basis van specifieke psychiatrische diagnostische criteria

Artsen stellen de diagnose huidplukstoornis op basis van de symptomen:

  • zoveel aan de huid pulken dat het de huid beschadigt
  • herhaaldelijk proberen het plukken te verminderen of te stoppen
  • zich aanzienlijk overstuur voelen of minder goed kunnen functioneren als gevolg van het huidplukgedrag

Behandeling   

  • cognitieve gedragstherapie (specifiek, gewoonte-omkeringstherapie)
  • medicijnen

Cognitieve gedragstherapie - in het bijzonder gewoonte-omkeringstherapie die zich specifiek richt op de huidplukstoornis - is de therapie bij uitstek. Bij gewoonte-omkeringstherapie wordt mensen geleerd om het volgende te doen:

  • zich meer bewust worden van hun huidplukken
  • situaties identificeren die het gedrag uitlokken
  • strategieën gebruiken om zichzelf te helpen stoppen met aan hun huid te plukken - bijvoorbeeld door een andere activiteit (zoals het dichtknijpen van de vuist, breien of op de handen zitten) in de plaats te stellen van het plukken aan de huid

N-acetylcysteïne (NAC) en memantine werken beide in op het glutamaterge systeem en kunnen het huidplukken verminderen. Behandeling met selectieve serotonine heropnameremmers (een soort antidepressivum) of clomipramine kan ook nuttig zijn en kan de symptomen van een eventueel gelijktijdig bestaande depressie of angststoornis verbeteren.


Bronnen:

Laatste wijziging: 09 oktober 2023 Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek

  Einde van de pagina