Bloedonderzoeken Eenheid Voorbeelden g gram milligram (mg), microgram (µgram), nanogram (ng) l liter milliliter (ml), microliter (µl), nanoliter (nl) U unit Hoeveelheid Voorbeelden k = kilo (103) c = centi (10-2) m = milli (10-3) mmol/l millimol* per liter 0.001 mol per liter µ = micro (ook 'mc') (10-6) µg/l microgram per liter 0.000001 gram per liter µmol/l micromol per liter 0.000001 mol per liter n = nano (10-9) ng/l nanogram per liter 0.000000001 gram per liter nmol/l nanomol per liter 0.000000001 mol per liter p = pico (10-12) pmol/l picomol per liter f = femto (10-15) fmol/l femtomol per liter U = unit U/l units per liter mU/l milliunits per liter *mol, nmol, µmol = een aanduiding voor een aantal [evenals een dozijn (12) en een gros (144)]; het aantal deeltjes in één mol wordt gegeven door de constante van Avogadro, veelal aangeduid met het symbool NA, en is ongeveer gelijk aan 6,02214076 × 1023 N.B.: de waarden uit onderstaande tabel geven alleen een indicatie! Verschillende bronnen geven niet altijd identieke waarden. Bron: nvkc.nl Onderstaande tabel is inderdaad een botte kopie (met een paar verbeteringen) van de bron, maar ik wil graag die tabel offline bij me hebben De tabel uit de bron is aangevuld met labbepalingen die elders gevonden zijn; een duplicaat kan niet worden uitgesloten (beter mee verlegen dan om verlegen...) Bloed referentiewaarden Laboratoriumbepaling Bijzonderheden Referentie- drempelwaarde (SI-eenheden) ACE sterk methode-afhankelijk indicatie: 7-20 U/l Acetoacetaat volbloed < 0,1 mmol/l ACTH ochtend, nuchter, mannen 1-76 ng/l idem, vrouwen 1-73 ng/l na metopiron (metyrapone) > 90 ng/l AFP   0-20 µg/l Alanine-aminotransferase (ALAT) referentiemethode 37°C, mannen < 50 U/l idem, vrouwen < 40 U/l Albumine, serum volwassenen 35-55 g/l liggend (na 30 minuten) 29-49 g/l zwangerschap, 2e, 3e trimester verlaagd > 70 jaar ca. 20% verlaging Albumine, urine excretiesnelheid < 20 µg/minuut < 30 mg/24 uur < 20 mg/l mannen < 2,5 mg/mmol creatinine vrouwen < 3,5 mg/mmol creatinine Alcohol, bloed   < 2 mmol/l Alcohol, urine   < 2 mmol/l Aldolase volwassenen < 5,5 U/l (30°C) pasgeborenen < 22 U/l tot 20 jaar < 11 U/l Aldosteron, plasma 08.00 - 10.00 uur; in rust (liggend) 30-150 pmol/l 3 uur na opstaan 190-820 pmol/l na zoutrijk dieet, > 200 nmol/24 uur < 240 pmol/l Aldosteron, urine normaal zout in dieet < 55 nmol/24 uur α1-antitrypsine, plasma PiMM 0,9-2,0 g/l α1-antitrypsine, feces vers < 0,4 mg/g droog < 1,6 mg/g Alkalische fosfatase volwassenen < 125 U/l < 12 jaar < 350 U/l zwangeren < 200 U/l Aminozuren     Ammonium, plasma enzymatische GLDH methode:   volwassenen 10-45 µ/l < 14 jaar 24-48 µ/l neonaten 30-160 µ/l prematuren < 200 µ/l Ammoniak   10-45 µmol/l Amylase n.b.: sterk methode-afhankelijk 30-120 U/l Amylase iso-enzymen afhankelijk van techniek P-fractie: 50-60% S-fractie: 40-50% Androsteendion, d-4- (A’dion) mannen 1-13 nmol/l vrouwen 1-10 nmol/l ANA   niet aantoonbaar ANCA   niet aantoonbaar Anion Gap [(Na+-(Cl-+ HCO3-)]   8-16 mmol/l Anorganisch fosfaat   0.9-1.5 mmol/l Antidiuretisch hormoon (ADH), bloed   2-7 ng/l Antifactor Xa (LMW hep) 6 uur na toediening LMWH 0,1-0,2 U/ml Antiglobulinetesten direct of indirect negatief Antinucleaire antilichamen (ANA) inc. andere antilichamen   0 (negatief resultaat) Antistoffen     Antitrombine (ATIII) activiteit 80-120% van poolplasma 178-280 mg/l pasgeborenen ca. 50% van referentiewaarde antigeen 0,14-0,39 g/l AP50/CH50 activiteit 70-130% van poolplasma APC-resistentieratio   < 2,0 Apolipoproteïne A1   0,7-2,0 g/l Apolipoproteïne B100   0,5-1,5 g/l APTT methode-afhankelijk 30-40 seconden gezonde kinderen langere waarden Ascorbinezuur (Vitamine C)   11-100 μmol/l Aspartaataminotransferase (ASAT) IFCC-methode 37°C < 45 U/l kinderen < 1 maand < 150 U/l kinderen < 2 jaar < 80 U/l Bence-Jones-eiwit, urine   niet aantoonbaar β2-microglobuline, serum volwassenen 0,6-2,2 mg/l > 60 jaar < 3,0 mg/l kinderen 0,1-1,9 mg/l β2-microglobuline, urine   < 0,4 mg/l β2-microglobuline, liquor   < 2,2 mg/l Bezinking neonaat 0-2 mm/uur < 10 jaar 3-13 mm/uur vrouwen <= 50 jaar < 20 mm/uur vrouwen > 50 jaar < 30 mm/uur zwangeren, 3e trimester < 30 mm/uur mannen <= 50 jaar < 15 mm/uur mannen > 50 jaar < 20 mm/uur Bicarbonaat (totaal CO2)   23-29 mmol/l Bilirubine, bloed, totaal > 1 maand < 17 µ/l à terme geborenen, tot 24 uur < 100 µ/l idem tot 48 uur < 140 µ/l idem tot 3-5 dagen < 200 µ/l prematuur geborenen, tot 24 uur < 140 µ/l idem tot 48 uur < 200 µ/l idem tot 3-5 dagen < 275 µ/l Bilirubine, geconjugeerd > 1 maand < 5 µ/l Bilirubine   geconjugeerd: tot 5μmol/l totaal: tot 17 μmol/l Bloedgassen pH 7,35-7,45 pCO2 4,7-6,4 kPa (35-48 mm Hg) pO2 10,0-13,3 kPa (75-100 mm Hg) actuele cHCO3- 22-29 mmol/l standaard cHCO3- 21-27 mmol/l Base Excess -3 tot +3 mmol/l sO2 0,95-0,98 mol/mol Bloedingstijd Duke-methode 1-4 minuten Ivy-methode 1-4 minuten Mielke-methode 2-9 minuten Bloedvolume   85-91 ml/kg lichaamsgewicht CA 15.3 met 115D8- en DF3-antilichamen < 30 kU/l zwangerschap 3e trimester < 100 kU/l CA 19.9   < 37 kU/l CA 125   < 35 kU/l na hysterectomie en menopauzaal < 30 kU/l Calcitonine, bloed   < 25 pmol/l na stimulatie, mannen < 300 pmol/l idem, vrouwen < 100 pmol/l Calcium, serum, totaal volwassenen 2,10-2,55 mmol/l < 20 jaar 2,14-2,64 mmol/l Calcium, geïoniseerd capillair 1,20-1,30 mmol/l veneus 1,24-1,34 mmol/l Calcium, urine 80 percentiel < 8 mmol/24 uur Cannabinoïden methode-afhankelijk < 50 µg/l Carboxyhemoglobine (koolstofmonoxide in hemoglobine)   < 5% van totaal hemoglobine Caroteen   0,3-1,1 µ/l Catecholaminen en metabolieten in urine     CD4   0,56-1,49 x 109/l CD8   0,26-0,99 x 109/l CD4/CD8-ratio   1,08-3,99 CEA niet-rokers < 2,5-5,0 µg/l, methode-afhankelijk rokers < 5-10 µg/l, methode-afhankelijk Cellen in liquor erytrocyten 0/µl leukocyten < 5/µl (15/3µl) Ceruloplasmine mannen 0,22-0,40 g/l vrouwen 0,25-0,60 g/l pasgeborenen 0,02-0,13 g/l ½ - 3 jaar 0,31-0,91 g/l > 3 jaar 0,25-0,50 g/l Citraat, urine   1,0-3,5 mmol/24 uur Chloride, serum veneus 96-107 mmol/l anion gap (Na+-(Cl-+ HCO3-) 8-16 mmol/l Chloride, zweet   < 50 mmol/l Cholesterol, totaal leeftijds- en geslachtsafhankelijk   Cholinesterase methode-afhankelijk   Circulerende Immuun Complexen methode-afhankelijk raadpleeg eigen laboratorium Colloïdosmotische druk (COD) vanaf 6 maanden 22-26 mm Hg idem liggend 19-23 mm Hg Complementfactor C3 raadpleeg eigen laboratorium 0,90-1,80 g/l neonaten 0,63-1,26 g/l zwangeren 0,99-1,98 g/l Complementfactor C3d raadpleeg eigen laboratorium methode-afhankelijk Complementfactor C4 raadpleeg eigen laboratorium 0,15-0,45 g/l pasgeborenen 10% lager > 50 jaar 10% hoger Coombstest   negatief Cortisol, plasma 08.00 uur 150-700 nmol/l 17.00 uur 100-400 nmol/l 23.00 uur < 210 nmol/l na dexamethason < 140 nmol/l Cortisol, urine met HPLC < 145 nmol/24 uur met immunoassays < 300 nmol/24 uur C-peptide nuchter 0,26-0,62 nmol/l na glucagonstimulatie 0,90-1,85 nmol/l C-reactive protein (CRP)   < 10 mg/l < 4 dagen 15 mg/l Creatinekinase (CK) mannen < 200 U/l vrouwen < 170 U/l neonaten tot 3x volwassen waarden eerste levensjaar iets verhoogd Creatinekinase CK-MB activiteitsmeting < 5% van totaal CK massameting < 5 ng/ml Creatinine, bloed Jaffé-reactie (kinetisch), mannen 80-125 µ/l Jaffé-reactie (kinetisch), vrouwen 70-100 µ/l enzymatisch, mannen 45-100 µ/l enzymatisch, vrouwen 45-80 µ/l zwangeren lager t.g.v. hemodilutie < 2 dagen 70-140 µ/l 1 week tot 1 maand 30-80 µ/l 1 maand tot 1 jaar 25-70 µ/l 1-3 jaar 25-50 µ/l kleuters 40-70 µ/l kinderen 50-90 µ/l Creatinine, urine   10-42 mmol/24 uur Creatinineklaring volwassenen 60-125 ml/min Cryoglobulinen   afwezig (< 60 mg/l) D-dimeer methode-afhankelijk   Dehydro-epiandrosteronsulfaat (DHEAS) mannen   Tanner II-III 1,6-13,7 µ/l Tanner IV-V 4,5-13,6 µ/l 18-30 jaar 3,4-16,8 µ/l 31-50 jaar 1,6-12,3 µ/l 51-60 jaar 0,5-11,2 µ/l 61-83 jaar 0,3-7,7 µ/l vrouwen   Tanner II-III 0,5-14,5 µ/l Tanner IV-V 2,0-14,4 µ/l 18-30 jaar 1,2-10,3 µ/l 31-50 jaar 0,3-10,3 µ/l 51-60 jaar < 6,6 µ/l 61-83 jaar < 3,1 µ/l Differentiële telling bloedcellen neutrofiele granulocyten 2,00-7,20 x 109/l eosinofiele granulocyten 0,05-0,50 x 109/l basofiele granulocyten 0,00-0,10 x 109/l lymfocyten 1,00-4,00 x 109/l monocyten 0,15-0,90 x 109/l 3,4-dihydroxy-fenylazijnzuur (DOPAC)   0,4-1,2 mmol/mol creatinine Dopamine (vrij DA) urine < 300 µ/mol creatinine Eiwit, lumbale liquor neonaten 150-1400 mg/l tot 10 jaar 150-300 mg/l volwassenen 150-500 mg/l Eiwit, ventriculaire liquor   50-150 mg/l Eiwit, cisternale liquor   150-250 mg/l Eiwit totaal, serum Totaal Eiwit   Eiwitspectrum, serum albumine 35-55 g/l α1-globuline 2-4 g/l α2-glubuline 6-10 g/l β-globuline 8-13 g/l γ-globuline 7-15 g/l Eiwit, urine   < 150 mg/24 uur (vooral albumine) Eosinofiele granulocyten volwassenen 0,05-0,5 x 109/l kinderen tot 1 jaar 0,05-0,70 x 109/l kinderen 1-10 jaar 0,05-0,55 x 109/l Elektrolyten   zie afzonderlijke onderzoeken: routinematig onderzocht worden: calcium, chloride, kalium, magnesium en natrium Epinefrine (vrij A) urine < 10 µ/mol creatinine Epinefrine, plasma liggend 0,08-0,20 nmol/l staand 0,07-0,27 nmol/l Erytrocyten mannen 4,3-6,0 x 1012/l vrouwen 3,8-5,5 x 1012/l pasgeborenen 4,0-6,0 x 1012/l 1-12 jaar 3,8-5,4 x 1012/l Erytropoëtine (EDTA plasma) bij normale hematocriet < 90 U/l Estradiol meisjes, 7 maanden - start puberteit < 60 pmol/l meisjes, vroege - late puberteit < 60 - cyclische waarden vrouwen, folliculair 80-900 pmol/l vrouwen, midcyclus 400-1500 pmol/l vrouwen, luteaal 150-900 pmol/l vrouwen postmenopauzaal < 10-60 pmol/l jongens, 7 maanden - start puberteit < 60 pmol/l jongens, vroege - late puberteit < 60-180 pmol/l mannen 120-180 pmol/l Estron vrouwen 100-1000 pmol/l mannen 100-200 pmol/l Ferritine mannen 25-250 µg/l vrouwen, premenopauzaal 20-150 µg/l vrouwen, postmenopauzaal 20-250 µg/l Fibrinedegradatieproducten (FDP) methode-afhankelijk raadpleeg eigen laboratorium Fibrinogeen volwassenen 2,0-4,0 g/l neonaten normaal tot licht verlaagd Follikelstimulerend hormoon (FSH) jongens, 0-6 mnd < 3 U/l jongens, 7 mnd - start puberteit < 1,0 - 1.9 U/l jongens, vroege - late puberteit < 1,0 - 7,0 U/l mannen, volwassen 2,0 - 7,0 U/l meisjes, 0-6 mnd < 1,0 - 24,0 U/l meisjes, 7 mnd - start puberteit 3,0 - 10,0 U/l meisjes, vroege - late puberteit < 1,0 - 8,0 U/l vrouwen, folliculair 1,0-8,0 U/l vrouwen, midcyclisch 3,0-15,0 U/l vrouwen, luteaal 1,0-8,0 U/l vrouwen, postmenopauzaal 30,0-150,0 U/l Foliumzuur   5-23 nmol/l Fosfaat, serum < 1 week 1,3-2,7 mmol/l tot 17 jaar 1,1-1,8 mmol/l >= 17 jaar 0,9-1,5 mmol/l Fosfaat, urine alle leeftijden 10-40 mmol/24 uur Fosfatase (alkalische)   35-90 U/l (bij zuigelingen en adolescenten hoger, bij vrouwen lager Fructose, serum   55-333 µ/l piek na 1 g fructose/kg 830-1390 µ/l Fructose, urine   < 333 µ/l piek na 1 g fructose/kg 1-2% van de dosis Galactose, serum   < 0,3 mmol/l neonaten < 1,1 mmol/l Galactose, urine   < 0,2 mmol/24 uur neonaten < 3,3 mmol/24 uur Gemiddeld celhemoglobineconcentratie (mean corpuscular hemoglobin concentration, MCHC)   80-100 fl γ-glutamyltransferase (γ-GT), serum mannen, IFCC-methode < 45 U/l vrouwen, idem < 35 U/l Gastrine nuchter 120 ng/l (Gastrine G-17) pasgeborenen en kleuters < 200 ng/l Glucagon nuchter < 60 pmol/l tijdens GTT dalend tot ca. 30 pmol/l Glucose nuchter volbloed of capillair 3,5-5,6 mmol/l nuchter veneus plasma 4,0-6,4 mmol/l binnen 1 uur na 50 g lactose p.o. stijging met 1,2-2,0 mol/l zwangeren   Glucose, liquor ca. 2/3 van de bloedwaarde   Glucose-6-fosfaatdehydrogenase (G6PD) tot 3 maanden 5,9-9,6 IU/g hemoglobine vanaf 3 maanden 4,8-7,2 IU/g hemoglobine Glutathionreductase (GSSG-red) tot 3 maanden 3,3-6,0 IU/g hemoglobine na 3 maanden 2,4-4,8 IU/g hemoglobine GlycoHb (NGSP kalibratie) niet-diabeten 4,0-6,0% goede instelling < 7% redelijke instelling 7-8% slechte instelling > 8,0% Groeihormoon mannen, nuchter < 10 mU/l (WHO IRP 80/505) vrouwen, kinderen, nuchter < 15 mU/l na inspanning > 18 mU/l bij insulinetolerantietest > 10 mU/l (veelal > 20) bij argininetest > 10 mU/l (veelal > 40) bij L-DOPA-test > 6 mU/l (veelal > 20) 1 uur na 75 g glucose oraal < 4 mU/l Haptoglobine   0,3-2,0 g/l HDL-cholesterol mannen 0,9-1,7 mmol/l vrouwen 1,1-2,0 mmol/l Hematocriet mannen 0,41-0,51 l/l vrouwen 0,36-0,47 l/l zwangeren > 0,32 l/l neonaten (< 1 week) 0,41-0,65 l/l Hemoglobine in bloed (Hb) mannen 8,5-11,0 mmol/l vrouwen 7,5-10 mmol/l zwangeren 6,8-8,7 mmol/l < 15 dagen 5,5 mmol/l Hemoglobine in plasma   < 4 µ/l Hemoglobine, foetaal (HbF) neonaten 60-90%, leeftijdsafhankelijk > 1 jaar < 1% Hemoglobine A2 (HbA2) volwassenen 1,5-3,2% neonaten < 0,5% Hemoglobinen, instabiel   < 5% van totaal Hb Hemoglobinevarianten HbA0 95-98% HbA1 5-8% HbA2 2-3% HbF < 1% Homocysteïne (Hartstichting) nuchter, onbelast < 15 µ/l belast, 6 uur na methionine < 55 µ/l (<30 µ/l boven nuchter) Homovanillylamandelzuur (HVA) urine 1,1-5,5 mmol/mol creatinine Humaan choriongonadotrofine (hCG)   < 5 IU/l, methode-afhankelijk 3-Hydroxyboterzuur volbloed 0,06-0,20 mmol/l 3-Hydroxyboterzuur/Acetoacetaat-ratio   < 1,0 5-Hydroxy-3-indolazijnzuur (5HIAA) urine 0,8-3,8 mmol/mol creatinine 17α-Hydroxyprogesteron   < 6,0 nmol/l pasgeborenen afhankelijk van zwangerschapsduur, geboortegewicht en leeftijd IJzer mannen 14-35 µ/l vrouwen 10-25 µ/l neonaten 17-40 µ/l IJzerbindingscapaciteit (totaal)   45-80 μmol/l IgM-ratio   0,24-0,43 x 10-3 IgM-index   0,048-0,077 Immunoglobuline A (IgA) < 2 weken < 0,15 g/l 2 weken - 2 jaar 0,05-1,1 g/l 2-3 jaar 0,1-2,3 g/l 3-9 jaar 0,5-2,5 g/l 9-15 jaar 0,6-3,5 g/l 16 jaar en ouder 0,7-4,0 g/l Immunoglobuline A (IgA), speeksel   120-200 mg/l Immunoglobuline D (IgD)   < 150 mg/l Immunoglobuline E (IgE) (totaal) < 4 maanden < 2U/ml 4 maanden - 1 jaar < 5 U/ml 1-4 jaar < 10 U/ml 4-7 jaar < 25 U/ml 7-10 jaar < 50 U/ml ouder dan 10 jaar < 100 U/ml Immunoglobuline E (IgE) allergeenspecifiek < 0,35 kU/l (CAP systeem) Immunoglobuline G (IgG) pasgeborenen 6,5-13,0 g/l (navelstreng) 1-6 maanden 2,2-11,3 g/l 6 maanden - 6 jaar 2,6-13,4 g/l 6-16 jaar 5,2-15,6 g/l volwassenen 7,0-16,0 g/l Immunoglobuline G-subklassen     Immunoglobuline G-index   0,3-0,6 Immunoglobuline M, bloed navelstreng 0,2 g/l 2 weken - 6 maanden 0,03-0,7 g/l 6 maanden - 3 jaar 0,1-1,0 g/l 3-15 jaar 0,3-2,0 g/l 16 jaar en ouder 0,4-2,3 g/l Immunoglobuline M, liquor   0,35-0,65 mg/l Immuuncomplex   niet aantoonbaar Insuline nuchter, normaal postuur < 15 mU/l (< 110 pmol/l) nuchter, obesen < 25 mU/l (< 180 pmol/l) INR (International Normalized Ratio) ter control van het antistollingsniveau door cumarinepreparaten   0.9-1.1 zonder antistolling Insuline antilichamen   negatief Insuline-achtige groeifactor 1 (IGF-1) sterk leeftijdsafhankelijk methode-afhankelijk Kalium, serum volwassenen 3,5-5,0 mmol/l neonaten 3,7-5,9 mmol/l Kalium, urine   25-125 mmol/24 uur Koolhydraatdeficiënt transferrine (CDT) methode Axis < 2,6% Koolmonoxide (Carboxyhemoglobine) niet-rokers 0,5-1,5% COHb rokers <5% COHb zware rokers < 10% COHb Koper, serum volwassenen 11-23 µ/l zwangerschap 2 à 3 maal verhoogd bij orale anticonceptie 2 maal verhoogd pasgeborenen 8-11 µ/l prematuren 3-8 µ/l Koolzuurspanning   35-45 mmHg of 4.7-6.0 kPa Koper, urine   0,15-0,95 µ/l Lactaat veneus/capillair volbloed 0,5-1,7 mmol/l liquor 1,1-2,4 mmol/l Lactaat:pyruvaat-ratio volbloed < 15 liquor < 15 Lactaatdehydrogenase (LD) volwassenen, IFCC-methode 135-225 U/l zuigelingen, IFCC-methode 2 à 3 x zo hoog LDL-cholesterol aanbeveling volgens consensus < 3 mmol/l Leukocyten totaal 4,0-10,0 x 109/l staafkernige neutrofielen 0,1-2,0 x 109/l segmentkernige neutrofielen 1,1-6,0 x 109/l neutrofielen totaal 2,00-7,20 x 109/l eosinofielen 0-0,5-0,50 x 109/l basofielen 0-0,15 x 109/l monocyten 0,15-0,90 x 109/l lymfocyten 1,0-4,0 x 109/l Leverfunctietests   omvatten bilirubine (totaal), fosfatase (alkalische), eiwit (totaal en albumine), transaminasen (alanine en aspartaat, protrombine Lipase turbidimetrische methode 30-140 U/l (25°C) spectrofotometrische methode 20-180 U/l Lipiden: cholesterol   minder dan 5.8 mmol/l (bij een leeftijd 40-49 jaar; neemt toe met de leeftijd Lipiden: HDL-cholesterol   0.9-1.7 mmol/l Lipiden: LDL-cholesterol   < 3 mmol/l Lipiden: triglyceriden   .06-2.2 mmol/l (bij mannen hoger) Lipoproteïne-a (Lp(a)) afkapwaarde 300 mg/l Lithium   afwezig therapeutisch venster; profylaxe 0,60-0,80 mmol/l idem; acute manie 1,00-1,20 mmol/l Lood, volbloed volwassenen <1,0 µ/l (<200 µg/l) kinderen < 0,5 µ/l (<100 µg/l) Lood, 24-uurs urine   < 20 mg/l Lupus anticoagulans (LAC) stoltijdmetingen (APTT, PT) niet verlengd als anticardiolipine - ELISA negatief Luteïniserend hormoon (LH) jongens, 0-6 maanden < 1,0-2,6 U/l jongens, 7 maanden - start puberteit < 1,0-1,8 U/l jongens, vroege - late puberteit < 1,0-8,0 U/l mannen, volwassen 1,5-8,0 U/l meisjes, 0-6 maanden < 1,0 U/l meisjes, 7 maanden - start puberteit < 1,0 U/l meisjes, vroege - late puberteit < 1,0-8,0 U/l vrouwen, folliculair 1,5-8,0 U/l vrouwen, midcyclisch 10-55 U/l vrouwen, luteaal 1,5-8,0 U/l vrouwen, postmenopauzaal 10-90 U/l Lymfocytensubtypering     Lysozym, plasma   4-15 mg/l Lysozym, urine   0-3 mg/l Magnesium, bloed volwassenen 0,7-1,0 mmol/l neonaten 0,5-1,2 mmol/l oudere kinderen 0,6-1,0 mmol/l Magnesium, urine   3,0-5,0 mg/24 uur Mean corpuscular volume (MCV) volwassenen 82-98 fl pasgeborenen 95-120 fl Mean corpuscular hemoglobin (MCH) volwassenen 1,7-2,1 fmol pasgeborenen 1,9-2,5 fmol Mean corpuscular hemoglobin conc. volwassenen 19,3-22,5 mmol/l Metanefrine, plasma vrij < 0,29 nmol/l totaal 1,25-6,40 nmol/l Metanefrine (M) urine 26-70 µ/mol creatinine 3-Methoxy-4-hydroxyfenyleenglycol (MHPG)   0,4-1,5 mmol/mol creatinine 3-Methoxytyramine (3MT) urine 37-170 µ/mol creatinine Methemalbumine   niet aanwezig Methemoglobine (metHb of Hi)   1,0-1,5% van totaal Hb MMA (methylmalonzuur)   < 0.35 μmol/l: tekort aan B12 onwaarschijnlijk ≥ 0.35 μmol/l: tekort aan B12 waarschijnlijk Metopirontest 11-desoxycortisol > 200 nmol/l ACTH > 90 ng/l Myoglobine, serum, immunologisch   < 76 mg/l Myoglobine, urine   < 6 µg/l, negatief Natrium serum 135-145 mmol/l urine 130-200 mmol/24 uur Neuronspecifiek enolase (NSE)   < 7,5-15 µg/l methode-afhankelijk kinderen < 30 µg/l Norepinefrine (vrij NA) urine < 30 µ/mol creatinine Normetanefrine (NM) urine 70-260 µ/mol creatinine Normetanefrine, plasma vrij < 0,58 nmol/l totaal 3,0-25,0 nmol/l Norepinefrine, plasma liggend 0,94-2,14 nmol/l staand 1,82-5,14 nmol/l Opiaten     Organische zuren     Osmolaliteit serum 275-300 mOsm/kg urine na 12 uur dorsten 800-900 mOsm/kg zweet < 170 mOsm/kg Osmotische resistentie bij 68-77 mmol NaCl 50% na 24 uur 37° met 85-95 mmol NaCl 50% AGLT test > 1800 s Oxalaat, urine   0,30-0,60 mmol/24 uur (95P: < 0,8) Pancreas-elastase, in feces   > 200 µg/g feces Parathyroïdhormoon (PTH) bij normaal Ca2+ 2-7 pmol/l bij verhoogd Ca2+ < 4 pmol/l Plasminogeen t.o.v. normaal plasma 70-120% Plasminogeenactivator-inhibitor (PAI) methode- en tijdstip-afhankelijk 5-60 µg/l Partiële trombo plastinetijd (PTT)   30-45 seconden Porfyrinen, feces, urine, bloed     Prealbumine 0,5-5 jaar 130-280 mg/l > 5 jaar en volwassenen 200-400 mg/l PAPP-A     Progesteron meisjes, 7 maanden - start puberteit < 1,0 nmol/l meisjes, vroege - late puberteit < 1,0 - cyclische waarden vrouwen, folliculair 0,2-3,4 nmol/l vrouwen, midcyclisch 0,7-8,0 nmol/l vrouwen, luteaal 10-60 nmol/l zwangeren, 1e trimester 50-200 nmol/l zwangeren, 3e trimester > 300 nmol/l vrouwen, postmenopauzaal < 0,5-2,0 nmol/l jongens, 7 maanden - start puberteit < 1,0 nmol/l jongens, vroege - late puberteit < 1,0-2,0 nmol/l mannen < 0,5-2,0 nmol/l Prolactine vrouwen 200-500 mU/l mannen 100-300 mU/l kinderen 100-200 mU/l neonaten, tot 14 dagen 1000-2000 mU/l PSA: Prostaatspecifiek antigeen tot 40 jaar < 2,0 µg/l 40-50 jaar < 2,5 µg/l 50-60 jaar < 3,5 µg/l 60-70 jaar < 4,5 µg/l 70-80 jaar < 6,5 µg/l proteïne C t.o.v. normaal plasma 75-125% of 0,75-1,25 U/ml proteïne S t.o.v. normaal plasma 70-130% of 0,7-1,3 U/ml Protrombinetijd (PTT)   11-14 s INR 0,9-1,1 Pyruvaat volbloed 30-90 µ/l liquor 60-190 µ/l Pyruvaatkinase in erytrocyten kinderen tot 3 maanden 5,6-12,0 IU/g Hb ouder dan 3 maanden 4,8-9,6 IU/g Hb Red cell distribution width (RDW)   sterk methode-afhankelijk Renine-activiteit, in rust, 's ochtends zoutbeperkt (< 50 µ/d; liggend) > 11,0 nmol/l/uur normaal zout (60-160 µ/d) 0,9-2,7 nmol/l/uur zoutrijk (> 200 µ/d) < 0,5 nmol/l/uur Reticulocyten microscopische telling 0-2% geautomatiseerde telling 0,5-2,5% Retinolbindend proteïne (RBP)   30-60 mg/l S-100 eiwit, serum; 2,5-97,5 percentiel mannen 0,01-0,12 µg/l vrouwen 0,1-0,15 µg/l SCC antigeen vrouwen < 1,9 µg/l Serotonine, plaatjes   2,8-6,0 nmol/109 trombocyten Sikkelceltest   negatief Spoorelementen     Stercobilinogeen feces   100-700 µ/24 uur Stollingsfactor XII activiteit 70-120% t.o.v. normaal plasma concentratie 23-40 mg/l Stollingsfactoren algemeen activiteit 70-130% (of 0,7-0,13 IU/ml) Sulfhemoglobine (sulfHb of sHb)   0% Testosteron jongens, 0-6 maanden < 0,2-6,5 nmol/l jongens, 7 maanden - start puberteit < 0,2-0,6 nmol/l jongens, vroege - late puberteit 0,6-35 nmol/l mannen 12-35 nmol/l meisjes, 0-6 maanden < 0,2 nmol/l meisjes, 7 maanden - start puberteit < 0,5 nmol/l meisjes, vroege - late puberteit < 0,5-3,0 nmol/l vrouwen 0,5-3,0 nmol/l Thyroglobuline (Tg)   1-20 µg/l, methode-afhankelijk Thyroïdstimulerend hormoon   0,5-3,9 mU/l neonaten, tot dag 4 tot 39 mU/l bij TRH test stijging met 1,2-43 mU/l bij TRH test, kinderen stijging tot 3x basaal Thyroxine, totaal, TT4 volwassenen 64-154 nmol/l pasgeborenen 127-282 nmol/l Thyroxine, vrij volwassenen 9-24 pmol/l pasgeborenen 28-68 pmol/l (bij CHT hoger!) Thyroxinebindend globuline (TBG) volwassenen 250-560 nmol/l (13-35 mg/l) zwangeren > 600 nmol/l TmP/GFR bij GFR > 60 ml/min 0,80-1,35 mmol/l kinderen tot 25% hoger Totaal eiwit, bloed prematuur geborenen 35-60 g/l à terme geborenen, tot 1 week 45-70 g/l kinderen 1-12 maanden 50-75 g/l 1-2 jaar 55-75 g/l > 3 jaar en volwassenen 60-80 g/l Totale ijzerbindingscapaciteit (TIJBC) volwassenen 27-54 µ/l Transaminasen: alanineaminotransferase (ALAT   < 45 U/l Transaminasen: aspartaanaminotransferase (ASAT)   < 40 U/l Transferrine volwassenen 2,0-4,1 g/l neonaten 1,3-2,7 g/l Tubulaire terugresorptie van fosfaat (TRP) 85-95% Triglyceriden nuchter 0,6-2,2 mmol/l (richtlijn: < 2) Trijoodthyronine (T3)   1,1-3,0 nmol/l tot 2 weken 0,8-3,8 nmol/l Trombinetijd   15-20 sec., test-afhankelijk Trombocyten   150-400 x 109/l Trombotest     Troponine raadpleeg eigen laboratorium (in Nederland nog geen concensus over referentiewaarden)   Troponine: troponine-T (in Nederland nog geen concensus over referentiewaarden)   < 0.1 μg/l Uraat, urine   < 5 mmol/24 uur Ureum, serum kinderen 1,8-6,4 mmol/l volwassenen 2,5-6,4 mmol/l > 60 jaar 2,9-7,5 mmol/l Ureum, urine 1e week 2,5-3,3 mmol/ 24 uur 1e maand 10-17 mmol/ 24 uur 6-12 maanden 33-67 mmol/ 24 uur 1-2 jaar 67-133 mmol/ 24 uur 4-8 jaar 133-200 mmol/ 24 uur 8-16 jaar 200-333 mmol/ 24 uur volwassenen 333-583 mmol/ 24 uur Urinesediment erytrocyten < 5/gezichtsveld (5-10/µl urine) leukocyten 5-10/gv 400? (10-20/µl urine) hyaliene cilinders < 3/gv 400x Urinezuur, serum mannen 0,20-0,42 mmol/l vrouwen 0,12-0,34 mmol/l Urinezuur, urine normaal dieet 1,2-4,0 mmol/24 uur Urobilinogeen, urine volwassenen, zuigelingen 1-7 µ/24 uur kleuters 7-13 µ/24 uur Vet, feces screening niet aantoonbaar vetbalans < 6 g/24 uur vetresorptie > 95% Vanillylamandelzuur (VMA), urine   0,5-2,5 mmol/mol creatinine Viscositeit serum 1,4-1,8 mPa.s (25°C) plasma 0,05-0,20 mPa.s lager Vitamine A all-trans retinol 1,2-2,7 µ/l Vitamine B1 heparinebloed 60-120 nmol/l Vitamine B2 heparinebloed 200-375 nmol/l Vitamine B3 heparinebloed 20-50 µ/l Vitamine B6 heparinebloed 35-110 nmol/l Vitamine B12 tekort   130-700 pmol/l Vitamine C plasma 11-100 µ/l Vitamines D 25(OH)D3 20-100 nmol/l 1a,25(OH)2D 40-140 pmol/l Vitamine E RRRa tocoferol 15-35 µ/l Vitamine K1   0,8-5,3 nmol/l Volledig bloedbeeld   De meest voorkomende bloedtest is het volledige bloedbeeld, een basaal onderzoek van de bloedcellen (rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes). Von Willebrandfactor (VWF) factor VIII 0,50-1,50 U/ml (of 50-150%) Waterstof, in ademlucht   < 20 ppm (lactose, glucose) met lactulosebelasting piek na > 120 minuten Xyloseresorptietest, belasting 25 g urine > 5 g/5 uur (33 mmol) bloed piek 0,3 g/l (2 mmol/l) na 2 uur Xyloseresorptietest, belasting 5 g, urine urine > 1,2 g/5 uur (8 mmol) bloed > 0,23 g/l (1,5 mmol/l) Zink plasma 10-18 µ/l volbloed 70-130 µ/l Zweetproef Cl- < 50 mmol/l Na+ < 50 mmol/l geleidbaarheid < 60 eq, mmol NaCl/l Na+/Cl-ratio < 1,0 Na+ + Cl- < 130 CF-patiënten: Cl- > 60 mmol/l CF-patiënten: Na+ > 60 mmol/l CF-patiënten: Na+ + Cl- > 140 mmol/l CF-patiënten: geleidbaarheid   Zuurgraad (pH)   7.35-7.45 Zuurstofsaturatie (SaO2, arterieel)   0.95-1.0 Zuurstofspanning (pO2)   83-100 mmHg of 11.0-13.3 kPa Bronnen: Beers, Marc H. (red.), 2005, 2e druk. Merck Manual Medisch Handboek. Bohn Stafleu van Loghum. 1970 blz. ISBN 978-90-313-4300-5.  blz.1737-1740 Hoffmann, J.J.M.L. & Peters, F.P.A.M.N. & Schneeberger, P.M. & Slabbers, G.H.P.R. 2012, 2e herziene druk. Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek. Uitg. Bohn Stafl eu van Loghum. ISBN 978-90-313-8992-6 Jochems, A.A.F. & Joosten, F.W.M.G. 2020. Coëlho zakwoordenboek der geneeskunde 33e druk. 1084 blz. Springer Media B.V. ISBN 978-90-368-2496-5.  binnenblad Penman, I.D.; Ralston, S.H.; Strachan, M.W.J. & Hobson, R.P.. (2022, 24e ed.). Davidson's Principles and Practice of Medicine. London. Elsevier. 1357 blz. ISBN 978-0-7020-8348-8 Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde referentiewaarden Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde zoek een test Wiki Saltro Amsterdam UMC Ziekenhuis Rivierenland Huidziekten Laatste wijziging: woensdag 17 mei 2022 Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek   Einde van de pagina