De Naranjo-schaal meer additioneel  meer geneesmiddelen  

Wat is het?
De Naranjo-schaal, officieel bekend als de 'Naranjo Adverse Drug Reaction Probability Scale', werd in 1981 ontwikkeld door Dr. Alberto Naranjo en zijn collega's. Het is een systematisch, kwantitatief instrument dat wordt gebruikt in de geneesmiddelenbewaking en de klinische praktijk om de waarschijnlijkheid te beoordelen dat een bijwerking wordt veroorzaakt door een specifiek geneesmiddel. De schaal bestaat uit een reeks gewogen vragen over het geneesmiddel en de bijwerking, die worden beantwoord met 'Ja', 'Nee' of 'Weet niet'. De resulterende scores worden opgeteld om de bijwerking te classificeren als zeker, waarschijnlijk, mogelijk of twijfelachtig.

   Doel en gebruik   

  • causaliteitsbeoordeling:  het primaire doel is om de waarschijnlijkheid te bepalen dat een geneesmiddel een ADR veroorzaakt, in plaats van dat het toeval is of door andere factoren wordt veroorzaakt.
  • geneesmiddelenbewaking:  et is een fundamenteel instrument voor postmarketingbewaking, dat helpt bij het monitoren van de veiligheid van geneesmiddelen nadat een medicijn op de markt is gebracht.
  • klinische besluitvorming:  oor een kwantificeerbare beoordeling te bieden, helpt het zorgverleners om weloverwogen beslissingen te nemen over het gebruik van geneesmiddelen, zoals het al dan niet staken van een medicatie of het aanpassen van de dosering.

   Hoe de Naranjo-schaal werkt   

  • tien vragen:  de schaal bestaat uit 10 vragen die voor elke vermoedelijke bijwerking van een geneesmiddel worden beantwoord.
  • scoresysteem:  aan elk antwoord wordt een specifieke puntwaarde toegekend (0, +1 of +2).
  • samenvatting en classificatie:  de punten van elke vraag worden opgeteld tot een totale score, die vervolgens wordt gebruikt om de reactie te categoriseren:

  Beoordelingscriteria    ja       nee      weet niet  
1. Zijn er eerder overtuigende rapporten gepubliceerd over deze reactie? +1 0 0
2. Trad de reactie op nadat het verdachte geneesmiddel was toegediend? +2 -1 0
3. Verbeterde de reactie nadat het gebruik van het geneesmiddel was gestaakt of een spefifieke antagonist was toegediend (dechallenge)? +1 0 0
4. Kwam de reactie weer terug nadat het geneesmiddel opnieuw was toegediend (rechanrge)? +2 -1 0
5. Zijn er andere oorzaken dan het geneesmiddel die op zichzelf de reactie kunnen hebben veroorzaakt -1 +2 0
6. Kwam de reactie weer terug nadat een placebo was toegediend? -1 +1 0
7. Werd het geneesmiddel aangetoond in het bloed (of andere lichaamsvloeistoffen) in concentraties waarvan bekend zijn dat ze toxisch zijn? +1 0 0
8. Was de reactie ernstiger als de dosis werd verhoogd of minder ernstig als de dosis werd verlaagd? +1 0 0
9. Had de patient een overeenkomstige reactie op hetzelfde of gelijkende geneesmiddel bij eerdere blootstellingen? +1 0 0
10. Kon de reactie worden bevestigd door enig objectief bewijs? +1 0 0

  • zeker: score >9
  • waarschijnlijk: score 5 tot 8
  • mogelijk: score 1 tot 4
  • twijfelachtig: score =0

   Belangrijkste kenmerken   

  • kwantificeerbaar:  het biedt een numerieke score voor een duidelijkere beoordeling van de causaliteit.
  • gestructureerde aanpak:  het biedt een gestructureerde en systematische methode voor het evalueren van mogelijke ADR's.
  • opname van dosis-respons:  de schaal bevat vragen over de dosis-responsrelatie, wat de nauwkeurigheid van de beoordeling verhoogt.
  • rekening houden met tijdelijke relatie:  het houdt rekening met het tijdstip van de gebeurtenis in relatie tot de toediening van het geneesmiddel en de verbetering na het staken van het geneesmiddel.

Bronnen:


  Einde van de pagina