Lijkschouw meer additioneel  meer fundamentals  

Wat is het?

Een lijkschouw of lijkschouwing is letterlijk het 'schouwen' van een lijk. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen uitwendige en inwendige lijkschouw. De inwendige lijkschouw wordt ook wel autopsie, sectie of obductie genoemd. Als een lijk – bijvoorbeeld door een ongeval – al geopend is, vervaagt de grens tussen beide typen lijkschouw.

De uitwendige lijkschouw bij de mens – in dit artikel verder 'lijkschouw' te noemen – betreft een onderzoek aan het lijk waarbij het lijk alleen uitwendig wordt onderzocht maar niet wordt geopend. Tot de uitwendige lijkschouw wordt ook gerekend het met een naald of katheter afnemen van lichaamsvocht of -weefsel, of het binnendringen met een thermometer of een ander instrument, als dit ten dienste staat van de lijkschouw.

De meeste mensen overlijden thuis, in het verpleeghuis of het ziekenhuis, en minder vaak in een hospice, woonzorgcentrum of elders. De verschillende omstandigheden waarin een overlijden kan plaatsvinden vragen om verschillende benaderingen bij het vaststellen van de dood, het verrichten van de schouw, het invullen van de doodsoorzaakverklaring en de nazorg. Forensisch artsen verrichten de lijkschouw als getwijfeld wordt aan een natuurlijke doodsoorzaak, bij lijkvindingen, bij niet-natuurlijke doodsoorzaken (11.000 overlijdens in 2023) en na euthanasie (9000 overlijdens in 2023). Bij het overgrote deel van de overledenen echter kan de behandelend arts of diens waarnemer de schouw verrichten.


Bronnen:

  • Ned Tijdschr Geneeskd. 2024;168:D8270
  • Wiki nl


  Einde van de pagina