Darwin's knobbel meer keel, neus, oren  
  Auriculaire knobbel;  Darwins's tubercle

Wat is het?
De knobbel van Darwin is een aangeboren ooraandoening die zich vaak voordoet als een verdikking op de helix op de overgang van het bovenste en middelste derde deel.

Geschiedenis   
Deze atavistische* eigenschap wordt zo genoemd omdat de beschrijving ervan voor het eerst werd gepubliceerd door Charles Darwin in de openingspagina's van The Descent of Man, and Selection in Relation to Sex, als bewijs van een rudimentaire eigenschap die wijst op een gemeenschappelijke afstamming onder primaten die puntige oren hebben. Darwin zelf noemde het echter de Woolneriaanse punt, naar Thomas Woolner, een Britse beeldhouwer die het had afgebeeld in een van zijn sculpturen en als eerste had getheoretiseerd dat het een atavistisch kenmerk was.
* Het opnieuw optreden van anatomische kenmerken die bij vroegere evolutionaire voorouders aanwezig waren, maar bij de directe voorouders verloren waren gegaan.

Prevalentie*   
Het kenmerk komt voor bij ongeveer 10,4% van de Spaanse volwassen bevolking, 40% van de volwassenen in India en 58% van de Zweedse schoolkinderen. Deze komvormige knobbel vertegenwoordigt de punt van het oor van zoogdieren. Het kenmerk kan mogelijk bilateraal zijn, wat betekent dat het op beide oren aanwezig is, of unilateraal, waarbij het slechts op één oor aanwezig is. Het is niet duidelijk of de bilaterale of unilaterale expressie gerelateerd is aan de populatie of aan andere factoren. Bij sommige populaties komt het volledig bilateraal voor, terwijl het bij andere zowel unilateraal als bilateraal kan zijn. Wat betreft de expressie van de eigenschap lijkt bilateraal echter vaker voor te komen dan unilateraal.
* Het voorkomen op een bepaald moment van een ziekteverschijnsel.

Overerving   
Ooit werd gedacht dat het gen voor Darwins knobbel overerfde in een autosomaal dominant patroon met onvolledige penetrantie, wat betekent dat degenen die het allel (versie van een gen) bezitten niet noodzakelijkerwijs het fenotype zullen vertonen. Genetische en familiale studies hebben echter aangetoond dat de aanwezigheid van Darwins knobbel eerder beïnvloed wordt door iemands omgeving of ontwikkelingsongelukken dan door genetica alleen. Er is geen duidelijk argument voor de vraag of het kenmerk van belang is in studies naar seksueel dimorfisme of leeftijdsgebonden studies. In sommige studies zijn er duidelijke gegevens dat Darwins knobbel niet geassocieerd is met geslacht. Daarentegen geven andere aan dat er een correlatie is met seksueel dimorfisme tussen mannen en vrouwen, waarbij mannen de neiging hebben om de knobbel meer te hebben dan vrouwen in sommige populaties. Twee studies geven aan dat oudere mannen de neiging hebben om een grotere expressie van Darwins knobbel te hebben dan oudere vrouwen.


Bronnen:

Laatste wijziging: 12 december 2023 Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek

  Einde van de pagina