De filtermogelijkheden van de Quad  33 (1967-1982)44 (1979-1989)  en  34 (1982-1995)

Lees ook de klankregeling van de 44 en 34.


De QUAD filters (geïntroduceerd in de Acoustical QC 1) vormen het kenmerk bij uitstek van de QUAD apparatuur en bogen op een traditie die begon met de opkomst van de langspeelplaat. Afgezien van enkele zeer schaarse uitzonderingen, geldt voor de traditionele (analoge) grammofoonplaat nog steeds, dat ook de beste diamant in de sterkste passages een punt bereikt waar vervorming inzet. Vanaf dat punt verdubbelt de vervorming met elke half octaaf stijging in toonhoogte. De QUAD filters werden ontwikkeld om met dit verschijnsel af te rekenen op zo onmerkbaar mogelijke wijze, dat wil zeggen met behoud van zoveel mogelijk muziek, en zo min mogelijk bijverschijnselen. De filtering blijft in alle gevallen beperkt tot het gebied dat boven de grondtonen van de instrumenten en de menselijke stem ligt, een halve of een hele octaaf boven de hoogste tonen van de piano, en grijpt dus alleen in bij de boventonen, waarin zich de meeste vervormingsproducten voordoen.


De QUAD 33 filters, keuze biedend aan drie afsnijfrequenties met continu regelbare steilheid, vormen een combinatie die over lange praktijkjaren bij QUAD werden ontwikkeld en bij uitstek een kenmerk van dit fabrikaat vormen. In tegenstelling tot de toonregeling werkt de filterregeling alleen afsnijdend, en bovendien alleen buiten (boven) het eigenlijke piano-toetsenbord. Het filter laat dus in alle gevallen de grondtonen der instrumenten onaangetast, maar stelt de luisteraar in staat onaangename verschijnselen in de boventonen te onderdrukken. Het minst onderdrukt men in de stand 10k. De regeling begint nu alle tonen te verzwakken boven 10 kHz, dat is een octaaf hoger dan de hoogste toon op de piano. Na het drukken van de toets 10k gebeurt er nog niets, totdat men aan de knop 'slope' (steilheid) draait. Het gebied boven 10 kHz wordt eerst heel langzaam, daarna met steeds toenemende grondigheid weggefilterd. De toets 7k verschuilt het inzetpunt van de filterregeling een half octaaf dichter naar het piano-toetsenbord, de toets 5k tenslotte doet de regeling beginnen juist waar de rechterhand ophoudt. Wetend dat men het effect van deze regeling alleen in de boventonen kan bespeuren, niet in de eigenlijke muziek, is het nu op het gehoor mogelijk het punt te bepalen waarbij zoveel mogelijk muziek wordt doorgelaten , terwijl zoveel mogelijk onmuzikale effecten worden onderdrukt.

De Filterregelaar.   Na het bepalen van het afsnijpunt in het hoog, is de bediening van de regelaar 'slope' heel eenvoudig. In de beginstand van deze regelaar, met de witte streep omhoog, wordt er in 't geheel niet gefilterd. Opdraaiend naar stand 5 en zo verder, hoort men de allerhoogste geluidjes, scherpte in de boventonen, gillende violen, botsende sopranen, vervormingsproducten e.d. verdwijnen. Wanner men in stand 25 nog geen verschil waarneemt, betekent dit dat in het muziekprogramma geen hogere tonen dan 10 kHz voorkomen. Dit is geen uitzondering, ondanks het gemak waarmee amateur-recorders een bereik tot 20 kHz specificeren. Op redelijk goede platen zal men de meeste baat ervaren van de 7k-toets, met de regelaar ergens in de buurt van 10 à 15. Bij oudere platen kan het dan nedig zijn op 5k diep te filteren tot de regelaar helemaal open staat, op stand 25. In deze stand bereikt de regeling een afsnij-steilheid van meer dan 25 dB per octaaf.

De Cancel-toets is een andere oude QUAD-traditie.   Het indrukken van deze toets doet de filtertoetsen terugspringen en schakelt bovendien de hele toonregeling uit. Men luistert dus op slag naar ongecorrigeerde weergave, waarna de ingestelde toon- en filtercorrectie weer opgeroepen kan worden door het indrukken van de betreffende filtertoets. Op deze wijze is het mogelijk het effect van alle ingestelde correcties te toetsen aan 'rechte weergave'. Vooral door aanvankelijk deze faciliteit veel te gebruiken, ontwikkelt men snel gevoel voor het hoorbare effect en het daadwerkelijk nut van de toonregeling.

De toets 'Cancel' geeft tevens niet-technische huisgenoten makkelijk toegang tot de apparatuur zonder zich een halve machinist te hoeven voelen. Door in feite de hele rechterhelft van de versterker uit te schakelen heeft men alleen nog maar met de programmatoetsen en de volumeregelaar te maken. Wanneer men de Cancel-toets slechts gedeeltelijk indrukt, springen zowel de filtertoetsen als de Cancel-toets zelf terug. In deze stand werkt de toonregeling wel.
Bron


De filters van de QUAD 44, met drie afsnijfrequenties en continu regelbare steilheid, vormen een combinatie die in jarenlange ervaring met muziekopnamen bij QUAD werd ontwikkeld, en zijn al meer dan dertig jaar een uniek kenmerk van de voorversterkers van dit fabrikaat. Onberispelijk programmamateriaal zal geen correctie behoeven, maar is zeldzaam. Bij oudere opnamen zal geschikt gekozen filtering veel ongerechtigheden maskeren, terwijl ook recent materiaal dikwijls baat heeft bij subtiele tussenkomst van het filter.

Met de FILTER-schakelaar wordt de kantelfrequentie gekozen, die met 5, 7 of 10 kHz in ieder geval boven het gebied der muzikale grondtonen ligt. In de 0 stand van de FILTER-schakelaar is de regeling uitgeschakeld.

Afhankelijk van de stand van de SLOPE-regelaar zal boven de ingestelde kantelfequentie verzwakking van de hoogste boventonen of van niet-muzikale stoorgeluiden plaats vinden, b.v. van vervorming die in grammofoonplaatopnamen bij hogere frequenties dikwijls buitensporige proporties aanneemt.

Naarmate de regelaar verder naar rechts wordt gedraaid, treedt een steeds steiler verlopende hoogafval op, die in de uiterste stand een waarde van 25 dB per octaaf bereikt.

Deze regeling biedt een maximum aan correctiemogelijkheden zonder de grondtonen van de muziek noemenswaard aan te tasten en biedt samen met de TILT- en BASS-regelingen een afdoend en subtiel werkend instrumentarium om de klankbalans van opnamen te corrigeren en te compen seren voor de gevolgen van de kameracoustiek.

Het is zinvol enige ervaring op te doen met de unieke mogelijkheden van de toonregeling en filtering van uw QUAD 44. Ga op uw gemak na hoe deze regelingen uitwerken op uiteenlopend programmamateriaal door:

  • de klankbalans met de TILT regelaar te wijzigen
  • correcties in het uiterste laag aan te brengen
  • het filter naar behoefte in te stellen

Controleer daarbij steeds of 'rechte weergave' (filterschakelaar op 0, Tilt en Lift/Step in de middenstand) niet de voorkeur verdient.
Bron


In de QUAD 34 zijn de filters uitgevoerd als combinatie van 3 tiptoetsen: F1, F2 en SL (SLOPE of steilheid). F1 en F2 beginnen hun werking bij 11 resp. 7 kHz en geven daarboven een toenemende, matige verzwakking van de boventonen. De toets SL versterkt de werking van deze ingreep. Deze toets heeft op zichzelf geen effect, en men kan dus de ingestelde correctie vergelijken met 'rechte weergave' door de toetsen F1 of F2 even uit te schakelen zonder de noodzaak ook de toets SL terug te halen. De filtertoetsen worden gelost door ze nogmaals aan te tippen.

Als ruwe richtlijn vermelden we dat oudere platen gebaat zullen zijn met F2 en SL, de nieuwe met F1 en SL, mogelijk ook met F1 alleen, en uitzonderlijk goede platen zullen het misschien zonder enige filtering kunnen stellen.

De filters F1 en F2, zonder SL, kunnen ook van nut zijn bij het beluisteren van plaatopnames of radio-uitzendingen, gemaakt met microfoons met een sterk richteffect, waarbij zich nare effecten als sissen of huigachtigheid voor kunnen doen.
Bron

Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek

  Einde van de pagina