File rijden

Hoe zit dat ook alweer in Nederland met dat filerijden?
In de meeste EU-lidstaten is het filerijden wettelijk toegestaan sinds 1998. In Nederland is het weliswaar niet wettelijk toegestaan, maar is er wel sinds 1991 een   filegedragscode   met bijbehorende  spelregels.  Voor motorrijders is het m.b.v. die filegedragscode niet meer verboden om in een file tussen de auto's door te rijden. Omdat passeren op vele manieren mogelijk is, zijn er wel spelregels afgesproken over hoe een motorrijder een autofile passeert. Deze spelregels vormen samen een filegedragscode die door het zogenaamde Motorplatform, met belangrijke organisaties als het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie, KLPD, KNMV, ANWB, RAI, VVN, CBR en MAG, worden ondersteund.

De spelregels:

  1. Gepaste snelheid. Rijdt rustig tussen de file door. Het mag alleen als de file niet harder rijdt dan ongeveer 45 km/u en het snelheidsverschil tussen de motor en de auto die gepasseerd wordt niet meer bedraagt dan 10 km/u. Hoge snelheidsverschillen zijn de belangrijkste bron van irritatie bij automobilisten en zorgen voor gevaarlijke schrikreacties.
  2. Wees alert op onvoorzichtig gedrag. Twee belangrijke manoeuvres waarvan motorrijders hinder ondervinden, zijn:
    • bij gaten in de file: automobilisten die opeens van rijstrook wisselen
    • bij warm weer: openstaande portieren van auto's
  3. Meerdere motorrijders. Als met meerdere motoren wordt gereden, houd dan ook het hoofd koel en rij rustig achter elkaar tussen de file door. Houd onderling minstens een afstand van twee auto's aan. Kies voor dezelfde doorgang.
  4. Naderen file. Bij het naderen van een file houd u via de spiegels rekening met achterop komend verkeer dat niet tijdig snelheid vermindert. Verminder zelf geleidelijk aan de snelheid en waarschuw achterop komend verkeer met alarmlichten (of remlicht).
  5. Geen alarmlichten of richtingaanwijzers. Om verwarring bij automobilisten te voorkomen gebruikt u geen richtingaanwijzers of alarmlichten als u tussen de file doorrijdt.
  6. Bij snelwegen met meer dan twee rijstroken, kiest u positie tussen de twee meest linkse rijstroken.
  7. Stoppen in de file. Als u als laatste in de file staat, gebruik dan alarmlichten of remlicht om duidelijk aan te geven dat u met uw motor achter de file staat. Soms merken automobilisten wel de file op, maar niet de motor achter de file. Houd voldoende afstand van de voorganger en probeer zo mogelijk in te voegen tussen de wachtende auto's. Daar is het veiliger.
  8. Einde file. Zodra de file weer op gang komt, voeg dan in op de rijstrook tussen de auto's. Gebruik hierbij tijdig - dus voor het invoegen - de richtingaanwijzer.
  9. Waar mag een motorrijder niet rijden? Het passeren van de file is in principe toegestaan. Bij het inhalen moet u er wel rekening mee houden dat u geen gebruik maakt van:
    • vluchtstrook: de strook uiterst rechts van de rijbaan, bedoeld voor hulpverlening.
    • redresseerstrook: de asfaltstrook tussen de linker rijstrook en de linker vangrail; hier ligt veel vuil.
    • doelgroepstrook: weggedeelten bedoeld voor bussen, vrachtverkeer of trams.
    • verdrijvingsvlak: vlak met schuine strepen (bij overgang naar minder rijstroken).
    • puntstuk: witte wegmarkering (ook wel 'taartpunt' genoemd).

Bron: motorplatform.nl


Tussen de file doorrijden
is wel toegestaan in: België, Nederland, Ierland, Italië, Oostenrijk, Portugal, Groot Brittannië en Zweden.
is niet toegestaan in: Duitsland, Denemarken, Finland, Frankrijk, IJsland, Noorwegen, Spanje, Tsjechië en Zwitserland.
Bron (2017): KNMV.

Laatste wijziging: 04 oktober 2017. Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek

  Einde van de pagina